Het was de zesde keer dat ik Ad of Adje – ‘maakt mij niet uit, ik stel mezelf altijd voor als Adriaan’ – interviewde. In dat getal zat hem niet het bijzondere, maar dat maakte het wel leuker. Een soort van ‘Hey hallo! Hoe is ie?’-sfeer. Van zijn kant dan.
Weliswaar was het alweer een jaar of zeven geleden dat we elkaar voor het laatst spraken. Maar hij wist het nog. En als hij dat enkel zei uit vriendelijkheid, dan klonk het oprecht genoeg om het te willen geloven.
De meeste interviews doet Ad tegenwoordig via zoom. Gewoon heel praktisch. Maar soms maakt hij een uitzondering. Voor bladen of mensen die hij kent. ‘Dan weet ik dat we een goed gesprek hebben en lekker gaan lullen over muziek. Dat doe ik graag’, lacht hij.
Ik lachte ook. Maar dan vooral vanwege het privilege.
Dat privilege had ik eind jaren 90 al eens, toen Ad nog bij Whitesnake zat en het Restless Heart-album van die band net uit was. David Coverdale en Ad Vandenberg hadden hun intrek genomen in ieder een suite in het luxe Grand Hotel in Amsterdam, alwaar ze de pers ontvingen. Eerst had ik een gesprek met ‘sir’ Coverdale, dat was heel gaaf. En daarna een verdieping hoger naar ‘onze eigen’ Adje, de jongen van de gestampte pot, zoals hij zelf zo graag zegt. Gewoon uit Enschede.
Afgelopen donderdag hadden we ook gewoon in Enschede afgesproken. Niet in een sjiek hotel, maar op het terras van een mooie lunchroom in het centrum. Ad kwam op de fiets. Door de stad die hem altijd ‘met beide benen op de grond heeft gehouden’.
Anderhalf uur zaten we te ‘lullen over muziek’ en andere dingen uit het leven. Dat doe ik ook heel graag, dus dat kwam goed uit. Een ferme handdruk en een paar openingswoorden waren genoeg daarvoor. Ik ga een interview allang niet meer in met een A4-tje vol vragen. Ik verdiep me in de band of artiest, luister diens nieuwe plaat, en laat het vervolgens bij voorkeur gebeuren.

In het geval van Adje was zijn blik voldoende. Volgend jaar wordt hij 70, maar uit zijn ogen straalt nog altijd een jongensachtige energie en liefde voor muziek.
Meer dan genoeg aanleiding voor een goed gesprek. Het was dat ik terug naar Zutphen moest voor mijn drumlessen, anders hadden we zo nog een uur op dat terras gezeten. Eigenlijk wel jammer.
Op de valreep toonde ik Ad nog een paar foto’s uit najaar 1983. Bijna precies 40 jaar geleden. Het was in Eucalypta in Winterswijk. Vandenberg had net zijn tweede album Heading For A Storm uit, speelde in Eucalypta en ik mocht Adje aldaar interviewen. Dat is trouwens niet helemaal waar. Ik mocht mee met iemand die Adje ging interviewen. Ik was meer de side-kick. Een woord dat destijds nog niet echt bestond.
Wat was het geval? Ik speelde destijds in de rockband Blackbury Accident. Ewout was de broer van onze bassist en mijn nog altijd goede vriend Andre. Tevens was Ewout onze lichtman en runde hij, samen met onder meer mijn zus Karin, onze fanclub, welke op gezette tijden een heus blaadje uitbracht.
Ewout had geregeld dat hij Adje mocht interviewen voor het fanclubblad. Ik mocht mee. Omdat we vrienden waren. En trouwens ook omdat ik, net 21 jaar oud, een rijbewijs had. En mijn ouders een auto.
Zo reden we op een nog best mooie novemberavond in 1983 richting Winterswijk. Al enigszins opgetogen en nerveus. We gingen naar Vandenberg! Een band die we adoreerden. Een band die avonturen beleefde waar wij nauwelijks van durfden te dromen. Een album opnemen in de studio van Jimmy Page, een hit met Burning Heart, touren door Amerika met Ozzy en Kiss. En dan gewoon jongens bij ons uit de buurt. Achterhoekers en Tukkers. Van de gestampte pot.
Geweldig vonden we dat!
Aangekomen in Eucalypta mochten we zowaar gewoon naar binnen. Stonden we daar in een lege zaal. Vandenberg op het podium. Ze deden de soundcheck. Different Worlds. Eigenlijk een mooiere ballad dan Burning Heart, vond ik.
Alleen al het feit dat we de band zagen soundchecken was een ervaring op zich. Het concert daarna ook. Ik herinner me dat Ewout en ik links vooraan stonden, vlak voor Adje. Een herinnering die met terugwerkende kracht niet kan kloppen, want Ad stond altijd rechts bij Vandenberg. Dus aan de andere kant van ons. Of hadden ze in Eucalypta de opstelling misschien een keer omgedraaid? Zou op zich kunnen. Maar ik denk eigenlijk dat mijn herinnering vervaagd is.
Het concert was er niet minder gaaf om. Die herinnering klopt zeker nog.
En dan de afloop. Het was even veel geduld hebben en lastig om binnen te komen, maar uiteindelijk riep Ad ons hoogstpersoonlijk naar zich toe en zochten we een rustig plekje in de drukke backstage van Eucalypta. Wat doen toch al die mensen daar? We vroegen het ons toen al af.
We namen plaats ergens in een rustig hoekje. Ik drukte de recordknop van mijn cassetterecorder in, Ewout pakte zijn blaadje met de door ons samen zorgvuldig bedachte vragen. Over de band Vandenberg natuurlijk. Maar ook over Adje en Whitesnake. Internet en google waren nog science fiction, AI al helemaal. Maar toch hadden wij in het informele rockfans-circuit al vernomen dat Adje toen, in 1983, al was gepolst door David Coverdale.

En trouwens ook door Thin Lizzy.
Adje gaf op alle vragen keurig en, ik geloof ook, eerlijk antwoord. Met een minuut of tien was Ewout door zijn A4-tje heen en toen volgde het informele gedeelte. Een echt gesprek, veel leuker en interessanter eigenlijk. Een wetenschap die ik in mijn latere journalistieke klussen -onbewust – heb meegenomen.
Ewout en ik hingen aan zijn lippen, als echte bakvissen. Lieten LP-hoezen, spijkerjacks en meer memorablia signeren en zaten een uur later in de auto naar huis. Nog veel meer opgetogen dan op de heenweg. We hadden Adje Vandenberg gesproken. Veel blijer had je ons destijds niet kunnen maken.
Afgelopen donderdag ging ik met Ad terug naar die avond in Eucalypta. 40 jaar geleden. Hij herinnerde het zich niet. Dat snapte ik. Had me verbaasd als dat anders was geweest. Maar ik liet hem de foto’s zien. Vertelde het verhaal van die opgetogen jonge jongens, die in de zaal stonden bij de soundcheck en later dat interview mochten doen. En hoe gaaf we dat vonden.
En ik vertelde hem over Ewout, die knappe, energieke jongen met die mooie lach. Waar je blij van werd. En dat Ewout in 1990 door een tragisch ongeval is overleden.

Ad luisterde en hij begreep het.
Vandenberg, Eucalypta, Different Worlds, het interview, de foto’s. Het doet me altijd weer denken aan Ewout. Die prachtige avond in Winterswijk. Bijna precies 40 jaar geleden.
Een bijzondere herinnering.