
John Mayall. Zijn naam zei me weinig, toen ik op de vroege ochtend van 24 mei 1979 op de fiets richting Lochem toog. Samen met vriend en naamgenoot Han Lebbink. We gingen naar de Pop Meeting Lochem, destijds een traditie op Hemelvaartdag. Maar voor ons de eerste keer. Sowieso ons eerste popfestival. Dat John Mayall er speelde, wij vonden het niet zo belangrijk. We kenden zijn Room To Move, maar van zijn rol als godfather van grote Britse bluesjongens als Peter Green, Mick Taylor, Jack Bruce, Mick Fleetwood en zelfs Eric Clapton wisten we niks. We waren sowieso nog niet erg van de blues.
Wij gingen naar Lochem voor Bram Tchaikovsky. En vooral voor Thin Lizzy. Die niet kwam, zo bleek toen we bij het Lochemse Openluchttheater aan kwamen gefietst. Op zo’n beetje iedere boom rond het mooie theater hing een stencil; de mannen van Thin Lizzy vonden het podium te laag en wilden derhalve niet spelen. Zoiets was ‘t. Een fikse tegenvaller op deze vroege ochtend. Vervanger Herman Brood – met Nina Hagen, dat wel – vonden wij slechts een schamele pleister. Ik heb Thin Lizzy in de originele line-up helaas nooit gezien.
In de loop van de jaren werd me het grote belang van John Mayall voor de Britse blues langzaam wel duidelijk. Zo nu en dan dook zijn naam op in mijn bandjesleven. Om te beginnen ergens midden jaren tachtig, toen ik drummer werd in Charley’s Bluesbreakers. Ik was nog steeds geen echte bluesfan, maar speelde het wel graag. Dat Bluesbreakers eigenlijk de band van Mayall was, ik had er geen idee van. De rest van onze band wel en na een jaar of wat werd er dan ook besloten dat het beter was om de bandnaam te veranderen in simpelweg Charley’s Bluesband. Beter. De Bluesbreakers waren tenslotte van John Mayall, eerlijk is eerlijk.
Wel hadden wij ondertussen al een flinke serie optredens achter de rug als Bluesbreakers. Maar helemaal niemand die daar ooit moeilijk over had gedaan, dus zo erg was het kennelijk ook weer niet dat we de naam tijdelijk van John Mayall geleend hadden.
Een jaar of tien later kwam ik weer in de blues en bluesrock terecht. Meerdere bands. Naast de onvermijdelijke Jimi Hendrix, vielen daar ook steevast namen als Peter Green, Jack Bruce, Eric Clapton en dus ook John Mayall, bij wie ze allemaal in de leer waren geweest.
En tegenwoordig, in Claptunes, is Mayall sowieso een telkens terugkerende naam. In onze Clapton-set is er vrijwel altijd ruimte voor het album ‘Blues Breakers with Eric Clapton’, uit 1966, waarvan we All Your Love spelen.
Maar voor de meest bijzondere Mayall-herinnering moet ik terug naar september 2015. Met The Etta James Experience speelden we tweemaal, vrijdags en zaterdags, op het festival Blues in Hell, in het Noorse plaatsje Hell, vlakbij Trondheim. John Mayall was de tweede avond de hoofdact. Zijn hoofd prijkte prominent op alle posters, t-shirts en andere p.r. Ik vond mijn t-shirt van Blues in Hell ergens onder in de kast terug. Beetje afgedragen en uit vorm. Een mooi aandenken, ik doe dit soort relikwieën niet makkelijk weg.


Je zou denken dat een muzikant met die enorme staat van dienst dan als afsluiter van zo’n bluesfest staat geprogrammeerd en The Etta James Experience ergens eerder op de avond. Maar niets was minder waar. John Mayall speelde voor ons. U leest het goed. Voor ons.
Hij scharrelde een beetje rond in dezelfde backstagetent als wij. Haalde zijn drankje uit dezelfde koelkast en hielp zijn bandleden mee om de backline op het podium te zetten. Alsof hij nooit Eric Clapton in zijn band had gehad. Alsof hij niet al 81 jaar oud was.
Ik vraag me eigenlijk af waarom wij niet met de hele Etta James met Mayall op de foto zijn gegaan? Wilden we hem niet storen voor zijn optreden? Dachten we dat hij daar niet op zat te wachten? Best jammer eigenlijk.
Anderzijds, om Mayall, samen met zijn drie jonge begeleiders, vanaf de zijkant van het podium te zien spelen was ook mooi. En de volgende ochtend zat hij achter de vleugel in de lobby van ons hotel. Dat was misschien nog wel mooier. Dat zijn de echte muzikanten, ook al zijn ze 81.
Maar even nog terug naar Hemelvaart 1979. John Mayall, 45 toen, speelde op Lochem Pop. Thin Lizzy helaas dus niet. Toch zaten Han en ik vol verwachting op de tribune van het theater. Wij, 16 en 17 jaar oud, keken onze ogen uit. Rondom ons hadden medebezoekers piramides van bierblikken gebouwd. Wij hadden ook bier meegenomen. Twee blikjes de man. Drie misschien. Was al best veel.
Ondenkbaar nu, dat je naar Pinkpop je eigen biervoorraad meeneemt.
Maar dat voordeel had ook een nadeel. Biergooien was sinds kort een nieuw Achterhoeks fenomeen en naarmate het festival en de bierinname vorderden vlogen er steeds vaker blikjes door de lucht. Die dan soms verkeerd terecht kwamen. Zo werd ook onze John Mayall geraakt door iets uit het publiek. Ook bier waarschijnlijk. Hij was nog maar net aan het spelen.
‘Of ze dat niet meer wilden doen’, vroeg hij nog.
Tja.
Niet veel later volgde de tweede lading. John Mayall was net bezig met Room To Move. Hoewel, mogelijk heb ik dat laatste er in de loop van de tijd zelf bij verzonnen.
Feit was wel dat Mayall het voor gezien hield. De godfather van de Britse blues, de mentor van Clapon, Green, Bruce, Taylor, Fleetwood en al die anderen, verliet het podium, Hij had er hooguit een minuut of tien op gestaan. Thin Lizzy was al aan onze neus voorbij gegaan. En nu dit. Ook best jammer, vonden wij. En een beetje sneu ook voor die, zo vonden wij toen al, oude bluesmuzikant. Dat verdiende hij niet. John Mayall is 90 geworden. Tweemaal zo oud als toen in Lochem. Tot twee jaar geleden stond hij nog op het podium. De grijze haren weer ouderwets lang. Op YouTube staan opnamen van zijn laatste gig, onder meer een mooie clip van Room To Move. Mijn kennismaking met hem.
Platen van John Mayall heb ik niet. Veel respect wel.