Sem

Ik zie hem nog zo binnenkomen in m’n drumruimte. Acht jaar oud, guitig, op een mooie manier zelfverzekerd. Nog nooit echt gedrumd, maar hij had er zin in. En hij kon het ook. Soms zie je na een paar klappen al dat iemand er gevoel voor heeft. Bij Sem was dat zo.

Die eerste keer, het was 1 september 2012. Dat hebben we gisteren, toen Sem voor het laatst bij me was, nog even gecheckt in mijn administratie.
Man, dat is echt meer dan tien jaar geleden, zeiden we vol verbazing. Niet dat we er geen enkel idee van hadden, maar toch, toen we het zo zwart op wit zagen staan, keken we er wel even van op.
Tien jaar is op mijn leeftijd al een aardig tijdje. Maar als je pas achttien bent, dan is dat meer dan een half leven. Dan gebeurt er veel. En dat maak ik dan allemaal mee. Tot op zekere hoogte dan.
Maar nu is het klaar met de drumles. Sem is gestopt. We moeten er allebei aan wennen.

Tien jaar lang was het vaste prik: woensdagmiddag om 16.30 uur kwam Sem. Mijn planning en agenda veranderden met enige regelmaat, maar die 16.30 uur op de woensdag bleef op de één of andere manier altijd staan. Als een baken in woelige tijden.

Het kleine ventje leerde al snel ritmes en fills. Meespelen met liedjes vond hij het leukst. Dat was mooi, want dat vind ik ook. Ik heb m’n aantekeningen van destijds nog eens doorgekeken. Billy Jean, Rollin’ in the Deep, We Will Rock You, het waren de eerste liedjes die we speelden. Dat ging al snel heel goed. Heavy Cross van Gossip was ook erg leuk. Maar we deden – ik weet niet zeker of ik het openbaar mag maken, Sem? – net zo makkelijk ook Kuikentje Piep. Haha. Dat had ik uit mijn geheugen verbannen. Sem waarschijnlijk ook.

Tussendoor vertelden we de nieuwste moppen en hadden we leuke gesprekjes. Over school, sport, muziek. Gaandeweg werd dat steeds leuker en onderhoudender. Sem ging naar de middelbare school, de gesprekjes werden gesprekken. Over school nog steeds, ja. Over sporten, wat hij fanatiek doet. Maar de laatste jaren ook over andere dingen in een jonge mensen-leven. Uitgaan, drank, drugs, verkering, de toekomst én vooral over muziek en bandjes, waarin hij zelf inmiddels ook speelt. Ik betrap me erop hoe superleuk ik het altijd vind om met drumleerlingen te praten en vertellen over het spelen in een band. Over optredens, repetities, tourtjes, plezier, valkuilen, noem maar op.
Het spelen in een band, het samenspelen, naar elkaar luisteren, naar andere bands/drummers luisteren, op je gevoel spelen, ik vind het eerlijk gezegd minstens zo’n goede leerschool dan iedere week een half uur drumles en je oefeningetjes doen.

‘Een betere leerschool eigenlijk’, zeg ik dan eerlijk tegen Sem en anderen. Iets te eerlijk wellicht, want daarmee haal ik mijn eigen werk en handel dan weer onderuit.
‘De combinatie van band en les, dat is het allermooist. De oefeningen in de praktijk toepassen’, voeg ik er dan aan toe, met een knipoog.
Ik moet soms wel uitkijken dat ik niet doorsla met mijn verhalen. Over vroeger vooral, toen ik zelf een jaar of achttien was. Dat wij alleen maar zo veel mogelijk wilden optreden. Geld? Dat deed er niet toe. Een podium, publiek, een kratje bier, dan waren we tevreden. Als we maar konden spelen.

Sem kon mijn verhalen wel aan, geloof ik. Hij was geïnteresseerd, lachte, vroeg ook door. Goeie vragen vaak ook. Maar wat vooral heel leuk is: hij was al die tien jaar een enthousiast drummer. Oefenen? Ik hoefde er bij hem niet naar te vragen. Hij speelde veel. Gewoon, omdat hij er zin in had. Lekker drummen, liedjes spelen vooral. Daar zat door de jaren heen aardig schot in. We gingen alle kanten op, van vette rock, tot soul en funk.  Met Sem speelde ik op het laatst gerust Seven Days van Sting. Of Sound of Muzak van Porcupine Tree. Geen alledaagse maatsoorten. Was voor mezelf ook telkens weer een goeie oefening.  

Ik denk dat Sem best ver kan komen als drummer. Maar hij houdt het liever als fijne hobby. Lekker met vrienden in een band spelen en af en toe optreden. Ook helemaal goed. Wat hij dan gaat doen? Sem wil bij het Korps Mariniers, eind november zijn de selectiedagen. Wow! Superstoer vind ik dat! En het zou me niet verbazen als hij dat gaat redden. Maar eerst wil hij begin volgend jaar nog een aantal maanden op reis. Azië ergens.

Tja, dan heb je geen tijd meer voor drumles. Dat snap ik heel goed. En zo kwam Sem nog één keertje langs gisteren. Voor het laatst. We hadden weer een leuk gesprek. Over de toekomst, Azië en de mariniers. Nog wat liedjes gespeeld, Stevie Wonder, Sting. Kuikentje Piep helaas vergeten.
Ook hadden we het uiteraard nog over zijn band Applejuice, waarmee hij op zaterdag 19 november bij ons op het Popcollege gaat optreden in het kader van de Dag van de Achterhoekse Popmuziek. Dan zie ik hem weer.

En Sem had een paar biertjes voor me meegenomen. Hij weet waar ik van hou. Komt door al die verhalen over vroeger, denk ik. Trouwens, hij lust het zelf inmiddels ook wel. Het kereltje van toen.
‘Karmeliet, dat ik echt een heel lekker biertje’, sprak hij als een echte kenner.

Het verschil tussen acht en achttien jaar in een notendop.

Bedankt Sem!