Blues vooral voor ouderen? Tja, de meeste bluesliefhebbers hebben de middelbare school allang achter zich gelaten. Dat valt niet te ontkennen. Maar gelukkig duiken er her en der ook steeds weer jeugdige bluesfans op. Zo opent de splinternieuwe, jonge band No King volgende week vrijdag in De Pol in Diepenheim de bluesavond, waar ook wij met The Veldman Brothers zullen aantreden. En afgelopen zaterdag werd Yumbo Blues in Bunnik georganiseerd door de piepjonge bluesfanaat Tom.
Het was niet alleen opmerkelijk dat Tom pas 15 jaar oud is, maar ook dat Yumbo anderzijds nog echt zo’n oude jeugdsoos-uitstraling heeft. Dat zie je niet veel meer. Yumbo bestaat al een jaartje of 45 en de leeftijd van de doorsnee bezoeker is daar zo’n beetje gelijk mee opgegaan, zo vertelde één van de oudgedienden me zaterdag. Jonge aanwas is er weinig, feestjes van kersverse vijftigers des te meer. Maar gezellig was het er. En de tent draait, zo begreep ik, prima. Zonder een stuiver subsidie!
Tom viel qua leeftijd dus ietwat uit de toon, zaterdagavond,. Maar niet qua muzikale smaak. Hij kent zijn klassiekers. Robert Johnson, Howlin’ Wolf, Elmore James….. Je maakt hem niks wijs. Blues is z’n passie, vooral oude. Z’n platenkast, thuis in Utrecht, staat er vol mee, vertelde hij me. En op de allereerste bluesavond die hij in Yumbo mocht organiseren wilde hij The Veldman Brothers hebben. Hij vond het een eer dat we kwamen. Ik zou het willen omdraaien: wij vonden het een eer dat hij uitgerekend ons wilde hebben.
Nadat we met z’n allen hadden geposeerd voor de camera, op de vintage en perfect in de oude jeugdsoos-sfeer passende bank, kwam ik met Tom in gesprek. Op diezelfde bank. We hadden het over (oude) blues, classic rock, Joe Bonamassa, dat soort dingen.
Of hij misschien ook op Facebook zat? Konden we vrienden worden. Domme vraag was dat.
Ik checkte zijn FB-pagina en zag allemaal voetballogo’s bij zijn favorieten staan. Uiteraard ook die van FC Utrecht.
“Hé, ben je Utrecht-supporter?”
Nog dommere vraag.
“Natuurlijk.”
En het gesprek kwam als vanzelf op voetbal. Hij vertelde over zijn club, ik over de mijne.
Of hij altijd baalde als FC Utrecht verloor?
“Ja, een half uurtje wel”, zei Tom. “Maar dan ben ik het wel weer kwijt.”
“Dat heb ik inmiddels ook wel geleerd”, glimlachte ik. Anders heb je als Graafschap-supporter namelijk weinig leuke weekenden tegenwoordig.
We babbelden wat verder. Over school, zijn interesse in het vak geschiedenis, over de mooie stad Utrecht en uiteindelijk natuurlijk toch weer over muziek. Ik keek nog even op Teletekst.
“Hé, FC Utrecht speelt zo direct bij Sparta, net als wij beginnen met ons optreden”, zag ik.
“Ja, weet ik”, zei Tom. Maar vanavond stond voor hem in het teken van de blues. Niet zozeer van voetbal.
En het werd een hele geslaagde bluesavond. Lekker gespeeld, goeie sfeer, wij hadden het bijzonder naar de zin.
Toen we tegen middernacht de laatste toegift hadden gespeeld, checkte ik op de telefoon nog snel even de voetbaluitslagen. FC Utrecht had in de laatste minuut de winnende goal gescoord. Ik was er blij om, merkte ik. Voor het eerst in mijn leven was ik zowaar even voor FC Utrecht. Nou ja, eigenlijk was ik vooral blij voor Tom, dat zijn club had gewonnen.
Hij had ons, met al zijn jeugdig enthousiasme, een fijne avond bezorgd. Wij hem volgens mij ook. Eén van de piepjongste en fanatiekste bluesfans die ik ooit heb ontmoet.