En dan heb je zo’n avond dat alles op zijn plek valt. Dinsdag was dat. In Emmerdingen, in de Mehlsack. De naam van de club deed nog niet direct het beste vermoeden. Maar schijn bedriegt soms.
Als muzikant krijg je er een neus voor. Bij binnenkomst in een zaal of kroeg heb je vaak al een gevoel wat voor een soort avond het zal gaan worden. Meestal klopt het.
In alle drie Duitse clubs waar we deze week speelden voelde het direct goed en werden het vervolgens ook bijzonder fijne gigs. Wat dat betreft een geslaagd tripje dus. Maar de Mehlsack stak er net even bovenuit.
Beetje donkere, rommelige ruimte, in de kelder van een statig geel pand, net buiten het stadje. Grote bar, veel bieren, lage en hoge tafeltjes, wat pilaren en linke afstapjes. Maar gezellig.
Beheerder/soundman Max, een klein gezet mannetje met een kaal hoofd, begroette ons enthousiast. Vrolijk, hij had er zin in. Hielp ons met uitladen. Dat was fijn, want een kelder betekent een trappetje. Maar zelfs dat stoorde niet eens.
Terwijl wij aan het opbouwen waren, drentelde Max rond in het zaaltje. Zette tafels en stoelen goed, rommelde wat met monitoren en microfoons en toen we eenmaal aan het soundchecken waren fleurde hij helemaal op.
Wij waren nog bang dat het veel te hard ging. Want een kelder is steen. Hard en kil. Maar eigenlijk klonk het al gelijk best lekker op het podium. Het grote gordijn erachter hielp.
Hoe het in de zaal klonk?
‘Zoeper’, zei Max.
‘De mensen hier houden van blues. Én van elektrische gitaren’, voegde hij er aan toe.
Dat beloofde al wat.
Max tapte vervolgens een paar grote Weissbieren – over zoeper gesproken – en overhandigde ons de menu’s van de Emmendingse pizzabakker.
‘Pizza, salade, kies maar.’
‘Allebei misschien….?’
‘Ook goed!’
Eigenlijk teveel, maar het smaakte meer dan prima.
Stipt om kwart voor negen kondigde Max ons aan. Want je bent tenslotte wel in Duitsland en daar is kwart voor negen kwart voor negen. En niet ‘begin maar een half uurtje later’.
De Mehlsack was gezellig vol. Ik schat dat er een 150 man in past. Er was de helft. Vooraan gezeten op stoelen aan tafeltjes, achteraan staan en hangen aan hoge tafels. Niet al teveel mensen dus, maar de Veldman Brothers zijn nog niet wereldberoemd in het Schwarzwald. En je moet ergens beginnen.
Maar bovendien, niemand die er om maalde. Want hoe mooi is het als al die 75 mensen, zowel voor het podium als achterin aan de hangtafels, vanaf de eerste tonen van Brothers Groove meegaan met de band. Dat vervolgens 2,5 uur lang blijven doen en dan ook nog uit volle borst ‘Zugabe’ roepen.
Zelfs die twee wel erg oude mannetjes. Aan het begin zaten ze keurig aan het tafeltje links voor het podium, allebei met een grote pot bier voor zich. Maar al na het eerste nummer vluchtten ze ineens weg. Naar huis, dacht ik. Want wat moeten die mannen hier op die leeftijd? Maar nee, al snel ontwaarde ik de mannetjes achterin het zaaltje. Een soort van dansend. Bewegend in ieder geval. De grote bier in de hand.
Zo ging dat in de Mehlsack. Het publiek kreeg energie van ons, wij van hen. En dat in het kwadraat. Dan gaat alles bijna vanzelf, krijg je vleugels. En speel je op je best. Groove, swing, dynamiek. Met power, maar ook fluisterzacht. Zachter nog.
Last van kletsend publiek? In Duitsland bestaat dat probleem niet. Daar komen de mensen voor de band. En niet om gezellig de laatste actualiteiten door te spreken tijdens die gevoelige ballad of slowblues.
Geweldig dat je mensen zo kan pakken met je eigen songs. Dan speel je twee lange sets, maar heb je alle energie om er nog eentje achteraan te spelen. En het had me niet verbaasd als het publiek dat ook best had gevonden. Maar nu namen veel mensen een cd mee naar huis. Sommigen zelfs drie. Das ook leuk.
We pakten in en gaven Max een hand. Hij had ook een mooie avond gehad. De drie kwartier terug in de bus naar het hotel waren we opgetogen.
Eenmaal terug in ons gemoedelijke Gasthaus in Müllheim, liet ik de avond nog eens rustig passeren. Normaal doe ik dat met kamergenoot Fred. Maar hier hebben we allemaal een eigen kamer. Dus douchen wanneer je wilt en lekker zelf bepalen welke tv-zender je kijkt. Das best fijn, maar tegelijk een stuk minder gezellig.
Niet met Fred napraten dus. Het was ook al veel te laat. Dan nog maar even schrijven. En zo gedachten op digitaal papier vastleggen.
Want soms vraag je je wel eens af waarvoor je het allemaal doet. Spelen in een drukke band. Altijd maar weer weg. Afgelopen maandag zeven uur in de bus voor een paar optredens onderin Duitsland.
Natuurlijk is het de bandromantiek. Met je vrienden onderweg. Koffie bij de benzinepomp. Lol, veel muziek luisteren, nog meer er over praten. Maar ook serieuze gesprekken. Hotel, ontbijt, sightseeing, biertje. Het is allemaal onverminderd bijzonder.
Maar uiteindelijk gaat het om die paar uurtjes samen op de bühne. Die zijn bijna altijd leuk, mooi of heel mooi.
En dit keer klopte het helemaal. Op een doordeweekse dinsdagavond in Duitsland. In een Mehlsack. Wie had dat kunnen denken.